Verkeerseffecten uitbreiding Dinkel te Den Haag
Omliggende bedrijven zien beperking aan hun activiteiten opdoemen
Door de gemeente Den Haag is een omgevingsvergunning verleend voor aanpassing en uitbreiding van het pand van een distributiecentrum aan de Dinkel te Den Haag (Forepark). De uitbreiding betreft het vergroten van de bedrijfshal tot bijna de eigendomsgrens aan de Dinkel met toevoeging van twee extra dock stations voor vrachtwagens aan de oostzijde (vier in plaats van twee), het realiseren van vijf overheaddeuren waarvan er drie bedoeld zijn voor inpandig plaatsen afval- of (pers)containers en één aan de westzijde als toegang voor vrachtwagens tot het pand via de Dinkel. De gevel aan de zijde van de Dinkel schuift 12,95 meter naar het noorden tot op bijna de erfgrens. Zoals uit de luchtfoto en het ontwerp blijkt, vervalt daarmee de ruimte op het voorterrein waar geparkeerd kan worden door auto’s en vrachtwagens.
|
Opdrachtgever: Vereniging van Eigenaars Bedrijfsruimten Foodcenter Forepark Leidschendam II en IV
Datum: 20 november 2024 |
De Baan Verkeersadvies gaat in deze second opinion in op de volgende vragen:
a. Is de berekende parkeereis op de juiste manier vastgesteld?
b. Kan de (juiste) parkeereis op eigen terrein of in de directe omgeving van het pand worden voldaan?
c. Is de nieuwe situatie in de dagelijkse praktijk voldoende verkeersveilig?
a. Is de berekende parkeereis op de juiste manier vastgesteld?
b. Kan de (juiste) parkeereis op eigen terrein of in de directe omgeving van het pand worden voldaan?
c. Is de nieuwe situatie in de dagelijkse praktijk voldoende verkeersveilig?
Second Opinion
De beoordeling en herberekening van de parkeereis leidt tot een groot verschil: tussen 34 en 193 parkeerplaatsen. De uitkomsten van de berekening is sterk afhankelijk van de keuze van de (bedrijfs)functies. Op basis van de Regeling autoparkeernormen Den Haag kan men tot andere resultaten komen. Dat is vreemd en leidt tot de conclusie dat zo'n bij zo'n groot verschil (factor vijf) de gemeente (komt tot 34 p.p.) geen juiste berekening heeft gemaakt omdat wij eenvoudig tot 193 parkeerplaatsen komen met dezelfde normen en toepassing van CROW-normen leidt tot een parkeereis van 80 plaatsen.
De beoordeling en herberekening van de parkeereis leidt tot een groot verschil: tussen 34 en 193 parkeerplaatsen. De uitkomsten van de berekening is sterk afhankelijk van de keuze van de (bedrijfs)functies. Op basis van de Regeling autoparkeernormen Den Haag kan men tot andere resultaten komen. Dat is vreemd en leidt tot de conclusie dat zo'n bij zo'n groot verschil (factor vijf) de gemeente (komt tot 34 p.p.) geen juiste berekening heeft gemaakt omdat wij eenvoudig tot 193 parkeerplaatsen komen met dezelfde normen en toepassing van CROW-normen leidt tot een parkeereis van 80 plaatsen.
De tweede vraag (Kan de parkeereis op eigen terrein of in de directe omgeving van het pand worden voldaan?) moet ook negatief beantwoord worden. In het ontwerp (zie figuur hiernaast) van de architect zijn 27 parkeerplaatsen opgenomen (groene stippen) terwijl de gemeente een parkeereis van 34 plaatsen heeft berekend zodat aan deze eis niet wordt voldaan; en daarmee ook niet aan de hogere CROW-berekening (76 parkeerplaatsen), zelfs niet als de ruimte langs de gevel aan de Dinkel wordt benut voor 16 langs-parkeerplaatsen. De alternatieve berekening die uitkomt op 193 plaatsen kan zelfs niet opgevangen worden buiten de perceelsgrenzen.
|
De derde vraag betreft de verkeersveiligheid van de beoogde nieuwe situatie in de dagelijkse praktijk. Het gaat dan vooral om de verkeersveiligheid bij het manoeuvreren van vrachtwagens in de vier dock stations en de vijf overheaddeuren. De manoeuvres zijn door CVTO gemaakt en leiden tot de conclusie dat het in- en uitrijden op zich wel gaat, doch vooral het afzetten en ophalen van de perscontainers een blokkade van de Dinkel oplevert en daarmee een zekere verkeersonveiligheid wordt geïntroduceerd.
|
|
De conclusie van De Baan Verkeersadvies is dat de gemeente Den Haag de parkeer- en verkeersveiligheidseffecten onvoldoende heeft meegewogen bij de vergunningverlening en bewust of onbewust een verkeerde voorstelling van zaken voor ogen gehad. De omgevingsvergunning had op basis hiervan niet verleend mogen worden.